Wetswijzigingen in 2021 voor MKB

Ondernemers kregen in 2020 te maken met allerlei onvoorziene omstandigheden. Wat kunnen we verwachten in het nieuwe jaar? Hieronder is een overzicht van enkele belangrijke veranderingen in de wetgeving.

Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)

Om bedrijven met personeel te stimuleren in deze moeilijke tijd toch te blijven investeren, is in 2021 de regeling Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) ingegaan. Dit houdt in dat een bedrijf een percentage van het geïnvesteerde bedrag van de loonheffingen kan aftrekken. Als je een investering doet, zoals de aankoop van nieuwe machines, zonnepanelen of elektrische bestelauto’s, krijg je korting die je kunt verrekenen met je loonheffingen. Kijk wel goed naar de voorwaarden. Zo moet het gaan om een investering in een nieuw bedrijfsmiddel en gelden er minimale bedragen voor de investering. Je moet de investeringen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 helemaal hebben betaald en binnen 6 maanden na betaling ook gebruiken.

MKB krijgt hulp bij omscholing personeel

Bij- en omscholing helpen werkenden en werkzoekenden om aantrekkelijk te blijven of te worden voor de arbeidsmarkt. Dat is nodig in deze tijd van digitalisering en werk op afstand. En ook door de coronacrisis waardoor veel banen verdwijnen. In 2021 kan je mogelijk hulp krijgen van de overheid met het bij- en omscholen van je personeel. Het kabinet investeert namelijk € 200 miljoen in het omscholen van personeel naar beroepen in sectoren waar een tekort is aan arbeidskrachten. Verder gaat het ook om banen die nodig zijn om de klimaat- en energietransitie uit te voeren.

Vrije ruimte WKR aangepast

In principe hoort alles wat een werknemer uit de dienstbetrekking ontvangt tot het be

lastbare loon. Wil je als werkgever kosten van bepaalde zaken onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen? Dan kan dit vanuit de WKR. Ook wel de vrije ruimte genoemd. De vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) wordt aangepast in 2021. Daardoor heb je minder ruimte om je werknemers belastingvrij bepaalde werkmiddelen, cadeaus of vergoedingen te geven. Vanwege de coronacrisis had het kabinet de vrije ruimte van de WKR voor 2020 tijdelijk verhoogd. Per 2021 wordt een loonsom boven de € 400.000 weer iets verlaagd. Met de verlaging wordt een verruiming van de vrijstelling voor scholingskosten gefinancierd.

Alleen vergoeding voor gemaakte reiskosten

Veel werkgevers betalen een vaste reiskostenvergoeding aan hun werknemers. Als reiskosten niet worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat werknemers veel thuiswerken, mag je in 2021 niet meer belastingvrij een vergoeding geven. Je mag in 2021 alleen reiskosten onbelast vergoeden voor de dagen dat je werknemer daadwerkelijk naar zijn werk reist. Alleen als de werknemer in een kalenderjaar minstens 36 weken of 128 dagen naar de vaste werkplek reist, heeft hij recht op een onbelaste vaste reiskostenvergoeding. Het door laten lopen van de vaste reiskostenvergoeding werd in 2020 nog toegestaan door de belastingdienst uit coulance voor de nieuwe werksituatie die ontstond door corona.

Startup krijgt sneller verblijfsvergunning personeel

Er komt een verblijfsregeling waardoor jonge innovatieve bedrijven (startups) belangrijk buitenlands personeel kunnen aannemen. Zij kunnen door de nieuwe regeling sneller een verblijfsvergunning voor kennismigranten aanvragen. Deze regeling gaat naar verwachting in op 1 april 2021. Vaak kunnen startups nu niet het salaris betalen dat vereist is voor een snellere procedure voor een verblijfsvergunning voor de kennismigrant. Het salariscriterium voor de verblijfsvergunning is nu lager.

Stoppen zonder failliet te gaan

Op de rand van faillissement? Wellicht biedt de WHOA uitkomst. De WHOA staat voor Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Dit is een nieuwe wet die in is gegaan op 1 januari 2021. Met behulp van de WHOA kan er, zonder instemming van alle schuldeisers, toch een akkoord worden bereikt op een schuldregeling. Deze nieuwe regeling moet faillissement voorkomen voor bedrijven die door hoge schulden dreigen failliet te gaan, terwijl er nog wel sprake is van levensvatbare bedrijfsactiviteiten. Hiermee wordt het reorganiserend vermogen van deze ondernemingen versterkt.